Wie wordt Bob?

Op wiewordtbob.be kan je een Bob zoeken voor evenementen of jezelf als Bob aanbieden. Handig om veilig thuis te komen en handig om uit te leggen waarom ik denk dat een open API je als “service provider” enkel ten goede kan komen.

Een wat?

Eerst even uitleggen wat ik bedoel met een API. Een API moet ervoor zorgen dat je data kan manipuleren. Dat kan op verschillende manieren. Bij YouTube kan je met een stukje HTML eender welke video op jouw website plaatsen. Data ophalen dus.

Voor developers zijn er ook andere manieren om YouTube’s data te gebruiken. Je kan het profiel van een gebruiker ophalen of een lijst van video’s met een bepaalde tag. In deze context kan je YouTube dan ook omschrijven als een service provider. YouTube biedt jou de mogelijkheid om van zijn diensten gebruik te maken.

YouTube is niet het enige voorbeeld. Ook Del.icio.us heeft een (weliswaar nog in ontwikkeling) API waardoor je o.a. sites kunt bookmarken. Zo zijn er nog tal van sites die eigenlijk de ruggegraat vormen van een deel van de Web 2.0 beweging. En dat deel heeft een naam: mashups. Een mashup in de muziek is een mix van verschillende nummers om zo een nieuw lied te bouwen. Een mashup op het web is een combinatie van de API’s van verschillende service providers. Zoals Pien, dat de weersinformatie, aangeboden door Yahoo!, weergeeft op een kaart van België, aangeboden door Google.

Een open API wil zeggen dat eender wie de data kan gebruiken. Gratis, met registratie of mits betaling van een kleine vergoeding.

Bob dus

Terug naar wiewordtbob.be. Wat hoort er niet thuis? Misschien is het niet zo duidelijk, maar waarom zou op deze site een evenementenkalender moeten worden bijgehouden? Zijn er nog niet genoeg? Natuurlijk wel. Toch is dit geen fout van de makers van Wie Wordt Bob. Het probleem is dat al de evenementen die je op deze sites vindt, toebehoren aan de site in kwestie. Het is niet mogelijk om de evenementen, de data, te gebruiken op een andere manier dan door de site te bezoeken.

Stel dat één van de sites die zich concentreren op het beheren van een evenementenkalender — die we voor het gemak site Alfa noemen — een API had. Het maken van de Wie Wordt Bob site zou wellicht wat makkelijker zijn geweest. De kalender zou immers niet meer moeten worden bijgewerkt: als er een fuif wordt toevoegd aan Alfa’s kalender, zou die fuif automatisch beschikbaar worden bij Wie Wordt Bob. Zo kon Wie Wordt Bob de focus leggen op het samenbrengen van de Bobs en de niet-Bobs, de bestaansreden van de site.

Natuurlijk zijn er ook voordelen voor Alfa. Mits de juiste branding wordt Alfa bijvoorbeeld bekend onder een breder publiek. Omdat een API beschikbaar is en anderen ervan gebruik kunnen maken zullen misschien nieuwe mashups opduiken die dit effect versterken en zo ervoor zorgen dat Alfa de plaats wordt om je evenement, groot of klein, aan te kondigen.

Nog een voorbeeld: een blogger gaat naar een concert van een band en kan met enkele klikken informatie over het concert op zijn blog publiceren. Alfa voegt er een link aan toe waardoor bezoekers van de blog een ticket kunnen kopen. Alfa krijgt als verkoper een klein percentage van de prijs van het ticket.

Voordelen zijn er dus zeker. Wat is het nadeel? Een hoger verbruik van bandbreedte. Als Alfa de API fatsoenlijk uitbouwt kan dat ene nadeel echter nooit opwegen tegen de voordelen. En waarom wordt dit dan niet gedaan? Omdat België ondanks zijn roep en honger naar innovatie en technologische vooruitgang achterop hinkt. De filosofie genaamd “Bwa, da’s goed genoeg”. De filosofie die ik zo kotsbeu ben.

Dit artikel werd opgenomen in ontwikkeling.